Zijn baas keek Robert
strak aan en vroeg hem hoe het kwam dat hij het dossier nog niet had afgerond.
Robert voelde zich klein worden en begon iets te stamelen over andere
prioriteiten deze week. Hij werd rood, kreeg het benauwd en kwam niet goed uit
zijn woorden. Hij voelde zich ter verantwoording geroepen en verkrampte.
Op weg naar huis
in de auto bedacht hij zich wat hij eigenlijk had moeten zeggen: dat er bij de
meewerkende partij andere prioriteiten waren gekomen en dat zij het dossier
hadden opgehouden. Niet hij! In plaats van rustig uit te leggen wat er was
gebeurd, begon Robert verantwoording af te leggen voor het negatieve resultaat.
Er ligt een
fijne lijn tussen Uitleggen en Verantwoorden. Vaak is uitleggen wat je hebt
gedaan en hoe de juiste keuze en soms, heel soms, moet je verantwoording
afleggen voor je daden. Allebei veroorzaken ze een heel ander gevoel, andere
woorden, andere lichaamshouding en gezichtsuitdrukking, andere taal, andere
indruk aan de andere kant van de tafel.
Merk wanneer je
schiet in verantwoorden waar uitleggen meer dan voldoende is. Waar komt die
neiging tot verantwoording afleggen vandaan? Hoe reëel is die eigenlijk?
De volgende dag
ging Robert terug naar zijn baas en legde rustig uit wat er eigenlijk precies
was gebeurd in de afronding van het dossier. Zijn baas bedankte hem en zette
een nieuwe datum voor overleg. Robert blij, baas blij!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten